"Digitalisering; een vloek of zegen? " in het licht van de therapeutische relatie

26 april 2022
Image


Uitgelicht: Toespraak van Dr. Anton Hafkenscheid, klinisch psycholoog en psychotherapeut

Een kleine terugblik op het FFG 2021 (Innovatie en technologische ontwikkelingen in het forensisch werkveld)

Wanneer Anton Hafkenscheid als tweede spreker op het FFG 2021 het podium betreedt, weet hij het publiek van meet af aan te boeien met zijn verhaal. Anton is geen kenner van het forensische werkveld, geeft hij meteen aan. Maar hij kent als geen ander het belang van de therapeutische relatie, die ook in het forensische werkveld essentieel onderdeel is van de behandeling en begeleiding van de forensische cliënt.
Op de vraag of de ontwikkelende digitalisering in de FZ nu een vloek of zegen is, laat Anton het antwoord wijselijk in het midden. Wel hamert Anton op het serieus nemen van het onderbuik gevoel, een gevoel dat zich niet laat digitaliseren. Door verregaande protocollering en het benaderen van mensen als objecten is dit weg gehaald in de hulpverleningsrelatie tussen de professional en de cliënt. Een zorgelijke ontwikkeling, aldus Anton.
Als voorstander van de Rogeriaanse gesprekscondities is Anton blij met de hernieuwde populariteit van deze benadering. Er is volgens hem een heuse revival gaande van de zogeheten 'Rogeriaanse psychologie'. En dat stemt hoopvol.
In de therapeutische relatie is het van groot belang om aandacht te geven aan weerstand. Immers, vanuit de wetenschap dat emoties meer invloed hebben op het menselijk doen en laten, is het ervaren van een veilige en vertrouwde band met de hulpverlener van essentieel belang en speelt een essentiële rol in het bereiken van gedragsverandering. Oftewel, meer toegespitst op de forensische zorg; in het verminderen van recidive.
Anton refereert hierbij aan de Amerikaanse psycholoog W. R. Miller, bekend van de Motiverende Gespreksvoering. Miller gaf onder meer aan: "We moeten niet zozeer kijken naar effectieve therapieën maar naar effectieve behandelaren."
Vanuit onderzoek blijkt zo onder meer dat het effect van een therapie voornamelijk wordt beïnvloed door de persoon die de therapie toepast. Oftewel, de persoon of de persoonlijkheid is van groter belang voor het effect van de therapie. Kennis hebben van de therapieën, van gesprekstechnieken, methodieken, is en blijft uiteraard ook van belang voor het vak van de professional, voegt hij eraan toe.
Naast het eerder benoemen van de waarde van de Rogeriaanse gesprekstechnieken en de motiverende gespreksvoering, haalt Anton nog het werk aan van James P. McCullough Jr., grondlegger van de cognitieve gedragstherapie. McCullough benadrukte dat het van belang is om te kunnen meta communiceren met de cliënt. Om dit te doen wil je in feite een goede vriend zijn van de cliënt, zij het zonder het vriendschappelijke gedrag of de omgang die je hierbij zou kunnen bedenken. Een goede vriend, en ook therapeut, bespreekt de toon van het gesprek en onderzoekt de onderliggende boodschap, of vrij vertaald, hoort en ziet wat er tussen de regels door wordt gezegd. Om daar vervolgens gehoor aan te geven en me aan de slag te gaan.
Om te besluiten met de initiële vraag: "Digitalisering: Vloek of zegen?" geeft Anton aan dat digitale ontwikkelingen zeker helpend kunnen zijn in het werkveld van de behandelaren en daarmee in het forensische werkveld. Echter zal het nooit het persoonlijk contact kunnen vervangen. "De verwachtingen van de robot zijn veel te hoog gespannen", aldus Anton. Een robot kun je wel programmeren om het 'juiste' te zeggen, maar niet op de juiste 'wijze'. In de therapeutische relatie is het 'hoe' belangrijker dan het 'wat', en datgene zal een robot niet kunnen aanvoelen.

Wil je meer lezen en/of horen over dr. Anton Hafkenscheid? Bezoek dan zijn persoonlijke website https://antonhafkenscheid.nl/ hier vind je o.a. diverse publicaties, video en podcast materiaal. Bijvoorbeeld deze podcast geproduceerd door de Rino Groep; https://www.rinogroep.nl/nieuws/513/podcast-dr.-anton-hafkenscheid-over-de-impact-van-de-therapeutische-relatie.html#